zaterdag 28 juni 2014

Een klein stapje verder, of….?



Sommige dagen zijn druk, andere dagen zijn drukker en soms is het te druk! Dit was zo'n dag: lesgeven, gesprek met de directeur, Ernesto afwisselen bij mijn moeder thuis, wachten op de huisarts, uit eten met moeder en Ernesto, huis opruimen zoals de was doen, de afwas, een stofzuiger door het huis. Wachten op Michel en uiteindelijk in plaats van naar Shopping Night, samen op de bank in slaap vallen.

Een bijzondere dag omdat ik wel denk dat er een heel lichte beweging komt, in het reilen en zeilen van de gedachtenkronkels van zoonlief…..

1) Heel lief van hem, had hij op verzoek van oma en mij de eerste nacht dat mijn moeder weer thuis was, bij haar op de bank geslapen. Rond 12 uur kreeg ik wel een appje, "wanneer kom jij?" 
2) We gaan uit eten, Ernesto, mijn moeder en ik. Het is gezellig. We hebben het over iets wat hij heel erg fanatiek en goed deed, vroeger, korfbal. Het lijkt alsof hij het wel fijn vindt, dat we zo enthousiast zijn over zijn sportkunsten. Ik vraag hem, wat hij nu voor studie zou kiezen, als hij nu klaar zou zijn met de havo. In eerste instantie ontvangt hij die vraag als 'gemeen'. "Dat is een andere manier om mij negatief te laten terugkijken." Ik leg uit dat het helemaal niet zo bedoeld is. Juist niet. Als ik nu mijn havo zou beëindigen, zou ik toch voor journalistiek kiezen, denk ik. 
Toen ik van de havo kwam, wilde ik graag journaliste worden. De opleiding was (en is) in Utrecht. En om de een of andere reden (te beschermd opgevoed?), vond ik Utrecht te ver weg. En heb ik dat niet gedaan. Koos ik voor de Pedagogische Academie, aan de andere kant van de stad, op een veilige fietsafstand. Nadat ik dat heb uitgelegd, komt Ernesto wat los en verteld dat hij heeft gesolliciteerd bij een bedrijf in Breda. Een verkoopfunctie waarbij hij zijn Spaans ook heel goed moet gebruiken.
Nu weet ik niet meer wat Ernesto nou eigenlijk als antwoord gaf, welke studie hij nu zou willen doen.
Na het eten, overigens knetter-niet-lekker-en-niet-voor-herhaling-vatbaar, stappen we in de auto en begint het 'bedelen' van Ernesto. Of hij 10 euro mag om even wat te gaan drinken met een vriend op de Grote Markt, in de stad. Dan zou hij 'morgen' zijn kamer opruimen…… Ah, 1 keertje maar……

Pffffftttttttt, ik vind dit zo moeilijk en zo vervelend. Hij belooft dat ie echt er niet van gaat blowen en naar de stad gaat.
Hij vertelt wel, tussen neus en lippen door, dat ie echt wil gaan stoppen en dat ie zichzelf nu ook dwingt te solliciteren om zo bezig te blijven en dan niet te blowen.

Ik twijfel. Waar doe ik goed aan?
Ik besluit het tientje wel te geven, om hem ook vertrouwen te geven. Dat ik hem geloof dat het gaat lukken.
Dit zijn van die momenten dat je een hulplijntje moet hebben met een adviescentrum. "Help, meent Ernesto dit? Kan ik het geven?" Het zou een hulplijntje moeten zijn met 'boven'. Misschien wel de vader van Ernesto, die vanuit de hemel alles kan zien en kan zien of Ernesto daadwerkelijk doet wat hij zegt.
Waar verslaafden heel goed in schijnen te zijn, is manipuleren en liegen.

Het stapje vooruit waar ik hel blij mee ben is het feit dat hij is gaan solliciteren, enthousiast praat, gedachten deelt en zegt dat hij inderdaad wil stoppen met blowen.
Gister heb ik ook gelezen op zo'n informatieve site, dat 'stoppen met blowen' ook in je hoofd tijd nodig heeft.

Alles wat ik doe: naar de psycholoog, naar de Jellinek, ik zeg het Ernesto. Ik laat hem, heel bewust weten wat ik allemaal doe. Het lijkt dat hij er toch wel blij mee is. Alsof hij het fijn vindt dat ik al die moeite voor hem doe. En heel vaak zeg ik het hem ook, dat hij het waard is om zo voor te knokken. Dat hij dat zelf ook moet doen….!

Ja het is wel uitputtend. Er gaat geen dag meer voorbij zonder middagdutje waarbij ik in zware coma val.
Ik lijkt wel een ongelooflijk oud wijf.
Maar ik heb het blijkbaar nodig…..

Zzzzzzzzzzzzzzz ik heb nu ook alweer slaap! 


vrijdag 27 juni 2014

http://www.mindmasters.nl/verslaving info

VERSLAVING


Voor je plezier gebruiken?
Blowen, een biertje drinken, chocolade snoepen, gamen, chatten of seksen. Iedereen doet wel eens één van deze dingen. De meesten kunnen dit heel goed bij ‘wel eens’ houden. Zij proberen bijvoorbeeld een keer een joint. Maar die eerste keer vinden ze eigenlijk niks en ze doen het niet een tweede keer. Anderen vinden het wel lekker, maar spreken met zichzelf af dat ze bijvoorbeeld alleen in het weekend zullen blowen. Of dat ze alleen maar een paar trekjes zullen nemen. Als je op zo’n manier met bijvoorbeeld drugs omgaat, dan ben je een recreatieve gebruiker. Recreatief wil dan zeggen 'voor het plezier', dus voor de 'recreatie'.
Of verslaafd gebruiken?
Maar wat als je zó vaak blowt, drinkt, snoept, gamet, chat of sekst dat het je hele leven beheerst? Als je lichamelijk en geestelijk eigenlijk niet meer zonder kan? Dan ben je verslaafd. Verslaafden zijn écht niet alleen maar graatmagere junks die in versleten kleren op straat zwerven. Bij de meeste mensen die verslaafd zijn, is aan de buitenkant niets te zien.
Tijd nodig om verslaafd te worden én om te stoppen
Je raakt niet van de ene op de andere dag verslaafd. Maar als je het eenmaal bent, dan ben je ook niet van de ene op de andere dag weer afgekickt. Stoppen met het nemen van het middel of met de gewoonte waar je verslaafd aan bent, vraagt veel discipline en doorzettingsvermogen. Veel mensen kunnen hier wel wat hulp bij gebruiken. Want op het moment dat je lijf eindelijk niet meer vraagt om het stofje of de bezigheid, dan begint je geest pas met zeuren. Je kunt in je hoofd nog maanden bezig zijn met roken of gamen terwijl je dat allang niet meer doet. Wil je hier meer over weten, kijk dan bij stadia van gebruik.

Wat voor type gebruiker ben jij?
Wil je weten wat voor gebruiker jij bent? Doe dan de test-je-gebruik-test.

Wat kun je verder vinden in dit artikel?
HOE VOELT HET?
Een verslaving bouw je vaak heel langzaam en ongemerkt op. Je begint met iets, je doet het vaker of meer en ineens merk je dat je eigenlijk niet meer zonder kan. Of dat het leven niet meer leuk is als je het níet doet of níet neemt. Je begint bijvoorbeeld met af en toe een sigaret. Je vindt het zo lekker dat je er steeds naar verlangt en waardoor je er steeds meer gaat roken. Als je geen sigaret hebt of niet kunt roken krijg je er steeds meer trek in. Je zorgt dat je altijd en overal een pakje en een aansteker bij je hebt en je wordt onrustig als je er niet snel één kunt opsteken. Als je niet rookt, kan je (bijna) alleen nog maar aan die volgende peuk denken. Dan begin je afhankelijk te worden. Als je wilt minderen of stoppen merk je dat pas helemaal goed. Je krijgt namelijk last vanontwenningsverschijnselen zoals misselijkheid, je niet lekker voelen, chagrijnig en onrustig zijn. Veel mensen kunnen het hierdoor niet volhouden om te stoppen en gaan toch weer gaan roken. Je kunt verslaafd zijn aan een drug (wiet, nicotine, koffie, alcohol) of aan een bezigheid (chatten, gamen, gokken of seks).
WELKE SOORTEN VERSLAVING ZIJN ER?
Lichamelijke verslaving
Alcohol of drugs hebben een effect op je lijf en je lichaam heeft steeds meer nodig om er iets van te merken. Als je voor het eerst een biertje drinkt, voel je er snel iets van. Wanneer je vaker drinkt, heb je meer glazen nodig om datzelfde effect te krijgen. Je lichaam raakt dus gewend aan de drug. Op een gegeven moment kan je lichaam niet meer zonder de alcohol of drug. Je lichaam stelt zich erop in en je voelt je ziek als je stopt met gebruik. Je krijgt last van allerlei verschijnselen zoals niet kunnen slapen, trillen, zweten, misselijk zijn. Dit worden ontwenningsverschijnselen genoemd. Alcohol en nicotine in tabak zijn voorbeelden van middelen waar je lichamelijk aan verslaafd kunt zijn.
Geestelijke verslaving
Er zijn ook dingen of bezigheden waar je op een andere manier aan verslaafd kunt raken. Zoals aan hasj, wiet, gamen en gokken. Het is niet zo dat je lichaam er om vraagt, maar je kunt alleen nog maar denken aan een joint of aan World of Warcraft. Je geest kan niet meer zonder. En als je stopt met blowen of met gamen of gokken, ben je er constant mee bezig en kun je niet wachten om er weer mee te beginnen. Je zit niet lekker in je vel zonder die joint of game, al zou je dat misschien niet snel toegeven. Dat noemen we geestelijke verslaving.
Middelen die zowel lichamelijk als geestelijk verslavend zijn, zijn extra lastig om mee te stoppen, omdat je ook vanwege de ontwenningsverschijnselen sneller weer met het middel wil beginnen. Daarnaast is het zo dat wanneer die klachten zijn verdwenen, je in je hoofd (geestelijk) nog heel lang bezig kunt zijn met het middel of de handeling. Je kunt bijvoorbeeld nog maandenlang bezig zijn met het feit dat je tijdens het uitgaan niet meer kunt roken, of dat je niet meer die ene game kunt spelen.
WAAR KOMT HET DOOR?
Niet iedereen raakt even snel of gemakkelijk verslaafd aan iets of aan een drug. Dat hangt af van een paar dingen. Als eerste hoe vaak je iets gebruikt (of doet) en hoeveel. Maar in het geval van drugs ligt het er ook aan welk middel je gebruikt. De ene drug heeft een sterker verslavend effect dan de andere. Nicotine (in sigaretten), basecoke (crack) en heroïne zijn de meest verslavende drugs omdat je lichaam er snel opnieuw om gaat vragen. Ook de manier waarop je het gebruikt, kan een invloed hebben. Iets wat je rookt (sigaretten), snuift (cocaïne) of spuit (heroïne) is meer verslavend omdat de stof die zorgt voor het lekkere gevoel meteen in je bloed komt. Voor drugs geldt: hoe sneller je het effect voelt en hoe sneller het is uitgewerkt: hoe verslavender het is.
Verslaafd raken aan gokken gaat eigenlijk op dezelfde manier. Hoe sneller je bij een gokspel weet of je hebt gewonnen of verloren, hoe verslavender het is. In het geval van gamen zijn vooral online games verslavend. Je kunt dan onder druk staan om te blijven spelen of om snel weer te komen spelen omdat je deel uitmaakt van een team. Als jij niet meedoet, maken de anderen minder kans om te winnen. Durf jij dan nog te zeggen dat je huiswerk moet maken of wilt gaan slapen? Voor je het weet, lig je eruit.
De één raakt na een paar keer blowen geprobeerd te hebben, verslaafd. De ander kan het een paar keer proberen en besluiten dat hij het leuk vindt voor af en toe op een feestje. Om dat verschil te kunnen begrijpen, moet je weten hoe de hersenen werken. Iedereen heeft daar een zogenaamd beloningscentrum. Dat is een stukje in het brein waar bijvoorbeeld eten, seks of sporten wordt omgezet in het gevoel ‘lekker’. Maar ook de stofjes in drugs, alcohol of tabak veroorzaken in dit beloningscentrum dat gevoel. Bij sommige mensen werkt ditbeloningscentrum minder goed dan bij anderen. Zij krijgen niet zo snel een lekker gevoel van iets. Of dat nu eten, seks of sport is. Zij krijgen pas die ervaring als ze meer van iets nemen of doen óf als ze iets doen of nemen dat een sterker effect zal hebben. Drugs hebben zo’n sterker effect, dus ook mensen met een slechter werkend beloningscentrum krijgen meteen het lekkere gevoel. Als je een slecht beloningscentrum hebt en je wilt een lekker gevoel krijgen, dan is de kans groter dat je na een eerste keer proberen weer drugs zult gebruiken. Van andere dingen als eten, seks en sport voel je namelijk niet zoveel. Hoe je beloningscentrumwerkt, zit in je genen. Daar kun je dus niets aan doen.
Als je een psychische stoornis hebt of je bent somber of depressief, dan is de kans groter dat je verslaafd zult raken, dan wanneer je leven op rolletjes loopt. Stel dat je je rot voelt en je doet of neemt iets waardoor je al je zorgen en vervelende gevoelens vergeet? Dan is de verleiding groter het nog een keer te doen of te nemen dan wanneer je al lekker in je vel zit. Maar het verandert niks aan de situatie. Je gebruikt, maar doet niets aan de oorzaak van die vervelende gevoelens. Je leert ze niet overwinnen, maar drukt ze weg. Jaren later ben je dan niets verder gekomen. Ook bestaat de kans dat je situatie alleen maar verslechtert. Er zijn bijvoorbeeld psychische stoornissen die erger worden als je drugs gebruikt. Dit komt doordat middelen vaak je gevoelens versterken. Als je al angstig bent en je rookt bijvoorbeeld een joint, dan kan je hierdoor in paniek raken, gaan flippen en in sommige gevallen zelfs in een psychose raken. Als je medicijnen slikt om je klachten van een psychische stoornis te verminderen, dan kan het zijn dat je daardoor ‘niets meer voelt’. Het kan dan verleidelijk zijn om iets te gebruiken of te doen waardoor je weer wel wat voelt. Toch is dit niet slim. Niemand kan voorspellen hoe de combinatie van medicijnen en drugs uitpakt. Er kan een soort kortsluiting in je hersenen komen.
Ben jij iemand met een overvolle agenda en allerlei hobby’s? Dan loop je minder kans verslaafd te raken dan iemand die niets leuk vindt en nergens voor z’n bed uit wil komen. Alcohol en drugs, gamen en gokken wordt dan niet zo snel belangrijker dan alle andere dingen die je doet. Verder ligt het er ook aan op welke leeftijd je begint met experimenten met alcohol, drugs of tabak. Iemand die op zijn 13e begint, heeft steeds meer nodig om hetzelfde te voelen als aan het begin. Je hebt dan tolerantie opgebouwd en loopt een grotere kans later een verslaving te ontwikkelen, omdat je steeds meer nodig hebt om hetzelfde effect te bereiken. Ook is de kans groter dat je ook doordeweeks gaat gebruiken. Een jongere die op zijn 18e begint met bijvoorbeeld alcohol, zal veel minder drinken per avond dan iemand die op zijn 13e is begonnen met alcohol drinken.
Maar ook als je van jongsafaan gewend bent om iets te nemen om het bijvoorbeeld gezelliger te hebben, een rotgevoel te laten verdwijnen, met spanning, teleurstelling, frustratie of machteloosheid om te gaan dan weet je niet hoe je dat zónder alcohol, drugs of tabak te kunnen doen. Iets wat nooit hoeft, leer je ook niet. Trouwens: het is niet zo dat jong beginnen met gamen ook betekent dat je dan sneller verslaafd aan computerspelletjes raakt dan iemand die op z’n 18e begint. Maar bij alles is het goed dat je in de gaten houdt waarom je iets gebruikt of doet: zijn dat negatieve of positieve redenen?
Nog iets wat een rol kan spelen: het gezin waarin je opgroeit. Als je het daar niet zo fijn hebt of er zijn allerlei problemen, dan kun je eerder de neiging hebben om je thuisgevoel in alcohol, drugs of tabak te zoeken. Maar dat betekent niet dat als je niet in een ‘warm nest’ bent geboren, je automatisch ergens aan verslaafd zal raken. Er zijn nog een heleboel andere dingen die van invloed zijn: of er iemand (anders dan je ouders) is die veel om je geeft, wat voor vrienden je hebt, in wat voor buurt je woont, naar wat voor school je gaat, of er sportclubs in de omgeving zijn... Wel is het belangrijk dat je, áls je bijvoorbeeld drugs gebruikt of heel veel achter de computer zit, vrienden hebt die juist het tegenovergestelde doen. Dus die óf geen sigaret of joint aanraken of die altijd buiten zijn of aan het sporten.
TIPS OM VERSLAVING TE VOORKOMEN
  • Probeer zo lang mogelijk te wachten met experimenteren met alcohol of drugs. Leg eerst een goede basis voor je toekomst: ga naar school, doe aan sport, stop tijd in vrijwilligerswerk en/of een bijbaantje en ga om met verschillende mensen (ook die geen alcohol of drugs gebruiken).
  • Als je begint met alcohol of drugs en je vindt het leuk en lekker: probeer dan de controle over je gedrag te houden. Blijf de dingen doen die je daarvoor ook deed en die goed voor je zijn. Dus: blijf naar school gaan, maak je huiswerk, sport, spreek met vrienden af die niet gebruiken en doe klusjes in huis voor je ouders. Zodra je merkt dat je door drugs of alcohol of uren achter de computer zitten, dingen laat verslonzen die eerst belangrijk voor je waren, maak de balans dan op en kijk naar wat er in je gedrag is veranderd en of je daar blij mee bent.
  • Zoek informatie op over het middel dat je gebruikt zodat je weet welke risico’s je op de korte en lange termijn kunt lopen.
  • Houd je lichamelijke en geestelijke gezondheid in de gaten. Als je voor het eerst alcohol drinkt of een joint rookt en je merkt dat het niet goed valt (je wordt paranoïde, angstig, somber, raakt in jezelf gekeerd, krijgt een ‘ik zie het niet meer zitten’-gevoel) dan kun je het beter niet nog eens gebruiken. Dit kan een teken zijn dat je heel gevoelig bent voor drugs of alcohol waardoor je geestelijk uit balans kunt raken of erger nog: een onderliggende psychische klacht of stoornis kunt uitlokken. Terwijl je er daarvoor nooit last van hebt gehad.
  • Spreek met jezelf af hoeveel geld en tijd je er maximaal aan mag besteden.
  • Als er mensen zijn die zich zorgen maken om jou en jouw gebruik / internetgedrag, neem dit dan serieus. Iemand die dit tegen je zegt, heeft hier lang over nagedacht en alle moed bij elkaar geschraapt. Dat zal diegene écht niet zomaar doen. Neem dit signaal serieus.
HOE VAAK KOMT HET VOOR?
Veel jongeren drinken wel eens een biertje of nemen een joint. Maar een klein deel van hen komt terecht bij hulpverleners omdat ze verslaafd zijn geraakt. Dat is niet zo vreemd, want mensen die op een problematische manier genotsmiddelen gebruiken, wachten vaak lang met hulp zoeken. Toch deden 7.000 jongeren tussen de 12-25 jaar dat in 2008 (in dat jaar waren er 2,5 miljoen jongeren in Nederland van die leeftijd). Er zijn vier keer zoveel jongeren tussen de 18 en 25 jaar die dit doen, dan tussen de 12 en 18 jaar.
De meeste jongeren die om hulp vragen, hebben problemen met hasj en wiet. Alcohol staat op de tweede plek. Er komen steeds minder jongeren die problemen hebben met cocaïne en heroïne, maar juist weer meer jongeren die problemen hebben met amfetamine. Deze middelen zijn zogenaamde hard drugs. De helft van alle jongeren die bij de verslavingszorg aanklopt heeft een probleem met nog een ander middel. Bijvoorbeeld: ze komen omdat ze verslaafd zijn aan cannabis, maar ze drinken ook teveel alcohol. Veel van deze jongeren zijn al eens behandeld voor psychische problemen voordat ze bij de verslavingszorg terechtkwamen. Of ze zijn in contact geweest met politie en justitie. En dat worden er steeds meer.
Cijfers over game- en internetverslaving zijn er nog niet. Pas in 2009 zijn onderzoekers begonnen deze cijfers bij te houden.
Wil je weten wat voor gebruiker jij bent?
  • Test je gebruik test doen (link is nog niet bekend, wordt aan gewerkt)
  • bellen met een medewerker van Jellinek Jeugdnet. Zij kunnen telefonisch je vragen beantwoorden en advies geven 020-590 1350
  • een afspraak maken voor een gesprek met Jellinek Jeugdnet 020-590 1350
  • een afspraak maken met de Jeugdkliniek van JellinekMentrum 020-590 5999
HOE IS HET TE BEHANDELEN?
Misschien vinden je ouders of leraar dat je alcohol- of drugsgebruik uit de hand loopt, of dat je te veel aan het gamen of gokken bent. Of misschien lukt het je niet om zelf te stoppen of dat vol te houden. Dan kan een arts je doorverwijzen naar een zogenaamde Jeugdkliniek: hier worden jongeren tussen de 12 en 23 jaar behandeld. Je kunt in de buurt van Amsterdam op twee plekken terecht: op Uilenstede en in de Amstelveense wijk Kronenburg. Zo’n behandeling is vrijwillig. Als je hiervoor kiest, teken je een behandelcontract. Meestal worden je ouders ook gevraagd mee te doen aan de behandeling. Als jij dit absoluut niet wilt en je bent zestien of ouder, dan gebeurt dat niet. Maar als je jonger dan zestien bent, dan moeten zij toestemming geven voor een behandeling bij de Jeugdkliniek.
Er zijn verschillende behandelingen:
  • poliklinisch: je hebt één tot twee keer in de week of tweewekelijks een gesprek met een behandelaar
  • dagbehandeling: je volgt drie tot vijf dagen in de week van ’s ochtends half tien tot ’s middags half vier een programma
  • gezinsbehandeling: niet alleen jijzelf, maar ook je vader en moeder (en je broers en zussen als je die hebt) hebben gesprekken met de gezinstherapeut (als je geen ouders hebt, maar een andere opvoeder, kun je daar ook in behandeling mee komen)
  • kortdurende opname voor ontgiftiging (detox): je wordt één tot twee weken opgenomen voor een ontwenningsperiode onder medische begeleiding
  • klinische behandeling: in sommige gevallen lukt het alleen om te stoppen met je verslaving als je helemaal uit je eigen omgeving weg bent. Deze klinische opname duurt gemiddeld twaalf weken
Als je niet zeker weet of je wel naar de Jeugdkliniek wil, kun je altijd een gesprek aanvragen met JellinekJeugdnet. Zij kunnen je adviseren.
BEN JE ZELF VERSLAAFD?
  • Breng je gebruik of gedrag in kaart. Wat doe je precies (dus: welke drug gebruik je hoe vaak per week, hoe vaak per dag en hoe laat, met wie, op welke plek)?
  • Kun je zelf minderen of stoppen?
  • Kun je alternatieven bedenken om te doen in plaats van het middel gebruiken of gamen/internetten? Bijvoorbeeld: ik ga hardlopen als ik heel veel trek krijg in een joint of net ruzie heb gehad met mijn ouders – en normaal een joint zou roken.
  • Heb je een goede vriend of iemand anders die jou kan steunen? Je kan tegen diegene zeggen dat je nieuwe afspraken met jezelf hebt gemaakt. Vraag diegene of je hem/haar mag bellen als je het moeilijk hebt.
  • Kun je je aan je nieuwe afspraken houden? Dit betekent bijvoorbeeld dat je ook écht gaat hardlopen als je normaal een joint zou roken.
Als dit lukt, dan kun je heel trots zijn op jezelf! Dan heb je een nieuw patroon aangeleerd, of misschien ben je wel helemaal gestopt. Als het toch niet op eigen houtje lukt, neem dan contact op met Jellinek Jeugdnet of de JellinekMentrum Jeugdkliniek
KEN JE IEMAND DIE VERSLAAFD IS?
  • Veroordeel het gedrag van diegene niet.
  • Vraag diegene wat hij/zij leuk, lekker en positief vindt aan het gebruik/gedrag.
  • Geef aan dat je je zorgen maakt.
  • Vraag diegene of hij/zij zich ook wel eens zorgen maakt over zijn/haar gedrag of gebruik.
  • Zoek informatie over de effecten en gevolgen en waar diegene eventueel terecht kan voor hulp, bijvoorbeeld folders en websites.
  • Zoek ook informatie voor jezelf, om uit te vinden hoe je hier zelf goed mee om kunt gaan.
  • Als diegene heeft gezegd dat hij zou stoppen, maar je vermoedt dat hij of zij toch weer is gaan gebruiken, kun je altijd zeggen dat het niet erg is dat stoppen niet lukt en dat hij eerlijk tegen je mag zijn.
  • Maak duidelijk waar je zelf last van hebt, bijvoorbeeld dat je diegene veel minder ziet en hem/haar mist.
  • Stel grenzen en wees daarin consequent.
IS JE VADER OF MOEDER VERSLAAFD?
  • Onthoud: je kunt je ouders niet redden. Je vader of moeder moet zelf willen minderen of stoppen met hetgene waar hij/zij aan verslaafd is. Dat kan pas als hij of zij er zelf klaar voor is. Je kunt wel nadenken over hoe het met jóu gaat! Hoe kun jij je beter voelen, ook als je vader of moeder blijft drinken?
  • Schaam je niet voor wat er bij jou thuis aan de hand is. En als je verdrietig bent of je maakt je zorgen: praat er met iemand over. Maak een lijstje van mensen die je kent, vertrouwt en aardig vindt.
  • Teken of schrijf wat je voelt. Je kunt bijvoorbeeld een brief aan jezelf, je beste vriend of je vader of moeder die verslaafd is schrijven. Daarin leg je uit hoe jij je voelt en wat je graag anders wilt hebben. Het kan je helpen je gedachten op een rijtje te krijgen.
  • Als je je zorgen maakt over je (jongere) broers of zussen, is het goed om samen te praten over je verslaafde ouders. Als hij of zij twaalf jaar of ouder is, dan kun je hem of haar vertellen over deze site. Als het thuis erg onrustig is, kan het je broer of zus helpen om over te blijven op de basisschool. Je kunt dit samen vragen aan je ouder(s). Spelen bij vrienden na schooltijd kan ook helpen. Probeer een beetje pret te hebben samen! Dat is fijn voor jou en je broer of zus.
  • Zoek contact met Alateen. Alateen geeft hulp aan kinderen van ouders met alcoholproblemen.
  • Als je vader of moeder in behandeling is (bijvoorbeeld voor een alcoholverslaving), dan kun je ook terecht bij PuntP. Of je kunt de instelling waar je ouder naartoe gaat bellen en vragen of zij iets organiseren voor de kinderen. Ook als je ouders niet in behandeling zijn, kun je bij PuntP terecht.
  • Blijf zelf leuke dingen doen. Ga naar je sportclub, zoek je vrienden op om eens lekker samen te lachen, kijk die film of lees dat boek!
  • Doen je ouders dingen die ook gevaarlijk zijn voor jou? Dan moet je extra goed voor jezelf proberen te zorgen. Stel dat je vader of moeder verslaafd is aan bijvoorbeeld alcohol en onder invloed gaat rijden met jou ook in de auto? Dan is het moeilijk om daar iets van te zeggen. Je wilt geen ruzie en hoe moet je anders thuis komen? Probeer hier een gesprek over te hebben op een moment dat je ouder nuchter is. En net als met alles: als je het moeilijk vindt om hier zelf over te beginnen, kun je altijd een vriend of een familielid vragen je hiermee te helpen. Als je meer wilt weten over verkeer en veiligheid, kan je opwww.veiligverkeernederland.nl kijken.
  • Als je ouders agressief zijn door hun verslaving, is het nóg belangrijker dat je aan de bel trekt. Je kan met een bekende praten, maar ook met de Kindertelefoon bellen of chatten: 0800-0432 (gratis en anoniem) van 14:00 uur tot 20:00 uur, ook op feestdagen en in het weekend. www.kindertelefoon.nl. Je kunt ook terecht bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling: 0900-1231230 (5 cent per minuut)www.kindermishandeling.nl. Het is ook goed om het alarmnummer 112 te kennen, voor noodgevallen. En schrijf ook het nummer op van bijvoorbeeld je oom of tante. Of van iemand anders die je kent en die je kan helpen als het nodig is.
  • Soms worden kinderen door een verslaafd familielid seksueel misbruikt. Seksueel misbruik betekent dat je gedwongen wordt tot seksuele handelingen. Als iemand je misbruikt, is dat vaak heel moeilijk om aan iemand te vertellen. Het kan zijn dat diegene dreigt met geweld als je het vertelt. Erover praten met die persoon zelf kan nog moeilijker zijn. Maar als je misbruikt wordt, moet je hulp zoeken. Praat met iemand die je vertrouwt. Vertel hem of haar vooraf als je niet wilt dat hij of zij er met anderen over gaat praten. Je kunt ook gratis en anoniem de Kindertelefoon bellen: 0800-0432 van 14:00 uur tot 20:00 uur, ook in het weekend. Mobiele bellers bellen kunnen terecht op 0900-0132 (maar dat is niet gratis). Ga naarKindertelefoon.nl om te chatten. Dat kan op maandag, woensdag, vrijdag en zondag vanaf 16.00 uur. Bel een Advies- en Meldpunt Kindermishandeling: 0900-1231230 (5 cent per minuut). Via dit nummer kom je in contact met het Advies- en Meldpunt bij jou in de Buurt.
MEER INFORMATIE EN HULP
Ga naar Hulp zoeken voor informatie over telefonische hulpdiensten, hulpverlening en lotgenotencontact.
Doe een test om te kijken of je risico's loopt:
Hulp
Zelfhulp voor jonge blowers: Blowout.nu
Telefonisch advies van Jellinek Jeugdnet medewerker | T 020 - 590 1350
Aanmelden voor behandeling bij Jellinek Jeugd | T 020 - 590 44 44
multimedia

Uit psychologie: Waardoor raakt de een gemakkelijker afhankelijk van chemische kicks dan de ander?

Verslaafd

maart 2007
 
Van de honderd mensen die regelmatig coke gebruiken, raken er maar vijftien echt verslaafd. Hetzelfde geldt voor alcohol. Waarom raakt de een gemakkelijker afhankelijk van chemische kicks dan de ander?
De eerste oorzaak van verslaving ligt in het breinDe eerste oorzaak van verslaving ligt in het brein

In de ban van het hunkerbrein

Ik moet een jaar of twaalf geweest zijn. Ik was met een vriendinnetje in de stad en had een gulden gevonden op straat. Zij had het wel vaker gedaan en wist hoe het moest. Een paar tellen later hing ik met mijn volle gewicht aan de hendel van de fruitautomaat. Ringdingding! Zeven klinkende munten rolden in het opvangbakje. Zevenhonderd procent winst! Wat kon ik allemaal wel niet doen met dat geld? Mijn vriendin wist het wel. ‘Nog een keer!’ riep ze. Nog een keer? Hoezo? De kans dat ik nog een keer zou winnen was bijzonder klein en zeven gulden was een behoorlijk bedrag. Ik weerstond de druk van mijn vriendin en met een goedgevulde spaarpot kwam er een einde aan mijn gokcarrière.

Ook op chemisch gebied blijk ik niet echt verslavingsgevoelig. Niet dat ik geheelonthouder ben, hoor. Ik heb de avond van mijn leven beleefd na een kopje paddothee. Fantastisch. Nooit weer. Roken? Leuke handeling. Maar zo vies dat ik dat alleen doe als ik dronken ben. En dronken – u raadt het al – dat ben ik niet zo vaak.

Het zou natuurlijk leuk zijn om te denken dat ik uniek ben, omdat ik kan snuffelen aan verboden zaken zonder dat ik meteen behoefte heb aan meer. Dat valt een beetje tegen. Zo blijkt uit onderzoek dat van de honderd mensen die regelmatig cocaïne gebruiken, er ‘maar’ 15 echt verslaafd raken. Hetzelfde geldt voor alcohol. Van de mensen die zich inlaten met risicovolle kansspelen, ontwikkelt 6 procent serieuze gokproblemen. Nicotine blijkt de meest verslavende stof: 30 procent van de gelegenheidsrokers ontwikkelt op den duur een serieus nicotine­probleem.

Toch lopen er in Nederland naar schatting zo’n 300.000 alcoholisten rond, 30.000 cocaïnesnuivers, 30.000 probleemgebruikers van opiaten (heroïne, morfine), 50.000 cannabisverslaafden, 50.000 gokkers, duizend excessieve ecstasyslikkers en bijna vier miljoen rokers. En dan hebben we het nog niet eens over het groeiend aantal koop- en internetverslaafden.

Genotscircuitje
Wat maakt dat de ene gebruiker wel en de andere niet verslaafd raakt? Veel mensen zijn geneigd te denken dat verslaafden zwakke types zijn met weinig doorzettingsvermogen. Ze zijn er zelf bij als ze het probleem veroorzaken, en moeten dus niet zeuren als ze in de goot belanden. Volgens de meeste wetenschappers is dat een onterechte veronderstelling. Verslaafden zijn geen slapjanussen. Het zijn pechvogels, jammerlijk geboren met een hunkerbrein.

De belangrijkste factor voor het ontstaan van een verslaving ligt in het brein. Preciezer: in de gevoeligheid van de nucleus accumbens, het ‘genotscircuitje’ diep in een gedeelte van onze hersenen dat evolutionair gezien al heel oud is. Wanneer we iets doen dat goed is voor overleving – eten, drinken, seks hebben –, zorgt dat circuitje voor het vrijkomen van de neurotransmitter dopamine. Dit geluksstofje geeft een lekker gevoel en motiveert bovendien om hetzelfde gedrag te herhalen. Het schreeuwt als het ware: ‘Ja, dat was fijn! Nog een keer!’

Hoe sterk iemand dat euforische verlangen ervaart, hangt af van het aantal dopamine­receptoren. Over het algemeen geldt: hoe meer van die receptoren, hoe minder dopamine er nodig is voor hetzelfde effect. Mensen met veel receptoren worden bij wijze van spreken al enthousiast van een boterham met Duo Penotti, terwijl mensen met een minder geavanceerd receptornetwerk daar minimaal een Puccini-bonbon voor nodig hebben.

Drugs ‘kapen’ het natuurlijke beloningssysteem door het wel vijf tot tien keer sterker te prikkelen dan de lekkerste bonbon of de beste vrijpartij. Mensen met veel dopaminereceptoren vinden deze stimulatie al snel too much. Zij halen al zoveel plezier uit gewone dingen, dat ze extra stimulatie niet nodig hebben of zelfs onplezierig vinden. Voor mensen met minder receptoren is overstimulatie juist fijn: ze raken in extase op een manier die ze normaal nooit meemaken.

Mensen met een lage receptordichtheid vallen dus eerder voor de verleidingen van drugs. Het vervelende is dat verslavende stofjes bij herhaald gebruik het aantal dopaminereceptoren nog eens extra verlagen. Dit noem je downregulatie. Gebruikers met een toch al een zwak receptor­systeem hebben nu nog sterkere prikkels nodig om zich prettig te voelen. Dus nemen ze een hogere dosis, waardoor het aantal receptoren nóg meer afneemt – en een verslaving is geboren.

Gewoontedieren
Toch is een lage receptordichtheid maar een deel van het probleem. Het is de motor die het verslavingssysteem in werking zet, maar als de motor eenmaal loopt, spelen ook andere factoren een rol bij het hunkergedrag van verslaafden.

Harald Wyghel, woordvoerder van het Trimbos Instituut: ‘Verslaving is meer dan het zoeken naar lichamelijke sensaties. De onweerstaanbare behoefte om een middel in te nemen, ook wel craving, wordt voor een aanzienlijk deel bepaald door omgevingsfactoren. Omstandigheden of handelingen die bepaald gedrag uitlokken. De meeste mensen zullen geen borrel inschenken als ze ’s ochtends de computer opstarten; van het idee alleen al word je misselijk. Maar vrijdagmiddag gaat stipt om vijf uur de kurk van de fles. Wij zijn enorme gewoontedieren. Verslaafden zijn dat ook. Alleen hebben ze zichzelf verkeerde gewoontes aangeleerd.’

Verslaving is dus onderhevig aan conditionering. Door herhaaldelijk in een bepaalde setting drugs te gebruiken, raakt het lichaam eraan gewend en speelt het er vast op in. Rookt u altijd een sigaretje bij de koffie? Dan voelt u waarschijnlijk al bij het geluid van de pruttelende koffieautomaat de behoefte om er eentje op te steken. Het mechanisme hierachter is homeo­stase: het lichaam houdt er niet van om uit evenwicht te raken. Om disbalans te voorkomen, neemt het vast voorzorgsmaatregelen als drugsgebruik waarschijnlijk is. Verlaagt een drug de bloeddruk, dan zal het lichaam die in een drugsgerelateerde omgeving omhoog gooien. De plotselinge zin in een sigaret bij het inschenken van een kopje koffie is dus eigenlijk een teken van het lichaam dat het klaarstaat om nicotine te verwerken.

Hoezeer het lichaam anticipeert op eventueel middelengebruik, blijkt eveneens uit een experiment met ratjes. In het onderzoek kregen de beestjes steeds grotere doses heroïne toegediend in een blauwe ruimte. Het duurde niet lang of de ratten waren verslaafd. Vervolgens werden ze verhuisd naar een rode kamer, waar ze wederom een shot heroïne kregen. De diertjes vielen stuk voor stuk dood neer: bezweken aan een overdosis. Het rattenlichaam was niet ingesteld op opiaatgebruik in een rode kamer, en had geen voorzorgsmaatregelen getroffen.

Statusaapjes
Of iemand ‘voorbestemd’ is voor een verslavingscarrière, is dus voor een groot deel een kwestie van erfelijke aanleg. Maar verslaafden bevinden zich wel opvallend vaak aan de zelfkant van de maatschappij. Hoe is dat verband tussen sociale factoren en drugsgebruik te verklaren? Leidt een lage status misschien op een of andere wijze tot een verandering in de biochemische huishouding, en beïnvloedt het daarmee indirect verslavingsgevoeligheid?

Uit experimenteel onderzoek bij aapjes blijkt inderdaad dat apen die sociale status verliezen, ook dopaminereceptoren inleveren. Het omgekeerde gebeurt met aapjes die stijgen op de ­hiërarchische ladder. Wanneer je de dieren vervolgens drugs aanbiedt, blijken aapjes met een lage status inderdaad eerder aan de naald te gaan dan hun hoger geplaatste soortgenootjes.

Stress heeft een vergelijkbare werking. Ratten die in stressvolle omstandigheden worden geplaatst door ze te isoleren, krijgen direct een lagere receptordichtheid en grijpen als gevolg daarvan sneller naar drugs. Sociale factoren hebben dus inderdaad invloed op het dopaminesysteem en daarmee zijdelings ook op verslavingsgevoeligheid.

Wie gemakkelijk verslaafd raakt aan het ene middel, is ook gevoelig voor andere middelen die het dopaminesysteem stimuleren. Veel gebruikers hebben daardoor een meervoudig verslavingsprobleem. Van degenen die zich melden bij afkickcentra, gebruikt 40 procent meerdere verslavende middelen (polydruggebruik). Cocaïne is het populairste ‘bijmiddel’.

Misselijkheid
De eerste oorzaak van verslaving ligt in het brein. Daarom lijkt het logisch om ook daar de oplossing te zoeken: een ‘afkickprik’ die de toegang tot het genotscircuitje blokkeert, bijvoorbeeld. Maar zo’n middel zou verslaafden ook meteen beroven van hun plezier in eten of seks. Gelukkig bestaan er per drug wel vaccins die voorkomen dat de drugsmoleculen doordringen in de hersenen. De stofjes kunnen het beloningscircuitje niet bereiken, en de gewenste roes blijft uit.

Andere middelen blokkeren niet de werking van de drug, maar zorgen voor nare bijverschijnselen. Zo heb je bijvoorbeeld Antabus en Refusal tegen alcoholverslaving. Deze pillen zorgen ervoor dat giftige bijproducten van alcohol, die normaal gesproken snel worden afgebroken, juist blijven rondzingen in het lichaam. De gevolgen zijn langdurige misselijkheid, hoofdpijn, duizeligheid, hartkloppingen en andere ­lichamelijke misère. Je wordt dus dronken, maar óók erg ziek. Niet erg aantrekkelijk natuurlijk.

Helaas is zo’n afkickprik of -pil bij maar weinig verslaafden voldoende om van de verslaving af te raken. Dat komt natuurlijk doordat zo’n medicijn alleen werkt tegen de kick, en niet tegen niet tegen craving. Het verlangen naar een sigaretje bij de koffie blijft bestaan, ondanks het feit dat die sigaret geen genot oplevert.

Terugval
Wat dan te doen tegen deze hardnekkige hunkergevoelens? Een manier die gebruikt wordt om geconditioneerde gewoontes te doorbreken, is uitdoving: het slachtoffer expres blootstellen aan de ongewenste gevoelens (exposure), zodat gewenning optreedt. Herhaaldelijk een kop koffie drinken zónder bijbehorende sigaret, bijvoorbeeld.

Het probleem is alleen dat de meeste versla­vingen niet gekoppeld zijn aan één setting of handeling, maar aan een hele batterij omstandigheden. Wil je de hunkergevoelens uitdoven, dan zul je dat met al die verslavingsgerelateerde omstandigheden moeten doen.

Een slim alternatief lijkt het opzoeken van een omgeving zonder drugsgerelateerde prikkels – het ‘hutje op de hei’. Helaas bieden tijdelijke retraites zelden een oplossing. Verslaving is namelijk extreem hardnekkig. Heeft het patroon zich eenmaal vastgezet in je brein, dan kun je zelfs jaren later nog een terugval krijgen bij het zien of ruiken van een oude drug cue – je eigen antieke asbak thuis, of het dorpscafé waar je op een zondagmiddag langs loopt.

Overigens geldt die hardnekkigheid niet alleen voor langdurig verslaafden. Uit onderzoek blijkt dat ratjes die slechts een paar uur aan de coke zijn geweest, een jaar later bij een subtiele hint hard op zoek gaan naar de drug. Hoewel het genot slechts eenmalig was, hebben omgevings-cues die de beestjes associëren met het coke­gebruik een half rattenleven later nog steeds het vermogen om craving-gedrag uit te lokken.

Biofeedback
Een andere experimentele manier om craving in te perken is biofeedback, ofwel het reguleren van de eigen hersenactiviteit. Wim van den Brink, hoogleraar verslavingszorg aan het amc: ‘Craving is een lichamelijke reactie op omgevingsprikkels. Het probleem is dat veel verslaafden die lichamelijke sensaties niet bewust bij zichzelf signaleren. Ze hebben wel onweerstaanbare zin in die drug, maar voelen niet dat dat het gevolg is van lichamelijke prikkels. Met behulp van biofeedback kunnen mensen leren om controle te krijgen over hun eigen lichamelijke reacties.’

Experimentele biofeedback-methoden gebruiken als hulpmiddelen het eeg, waarbij de hersenactiviteit wordt gemeten met behulp van elektroden die op de schedel worden geplakt, en de fmri. Hierbij ligt de patiënt in een soort tunnel en wordt een hersenscan gemaakt met behulp van magnetische golven. De patiënt kan een weergave daarvan zelf bekijken. Van den Brink: ‘Tijdens zo’n fmri-biofeedback­sessie zien verslaafden hun eigen hersengebiedjes oplichten als reactie op een glas alcohol, een spuit of iets anders. De opdracht is te zorgen die breinactiviteit in te dammen. Mensen zijn daar goed in. Zonder dat ze weten hóé ze het doen, kunnen mensen leren om fysieke reacties op bepaalde stimuli te reguleren.’

Biofeedback leidt tot minder intense hunkergevoelens, maar dat is niet het enige. Ook het bewustwordingsproces dat de sessies in gang zetten, is belangrijk bij het afkicken. Van den Brink: ‘Verslaafden zijn niet altijd sterk genoeg om op eigen kracht van verboden middelen af te blijven, en voor het inschakelen van adequate hulp zijn ze meestal niet alert genoeg. Door bewust te letten op lichamelijke signalen kan zo iemand een hunkeraanval voelen aankomen en op tijd aan de bel trekken. Letterlijk. Bijvoorbeeld door de partner te bellen. Die kan de verslaafde door het moeilijke moment heen coachen.’

donderdag 26 juni 2014

Daar zat ik dan….



Nu ben ik al samen met Michel 2x naar de Jellinek gereden en heb ik echt wel mijn ogen open gehad, maar het was toch even opletten en dan helaas toch nog fout rijden…. 
Maar goed, ik was ruim op tijd, wist de parkeermachine te bedienen. Een kwartier voor tijd zat ik in de wachtruimte. Onbewust, of misschien wel heel simpel, bewust, keek ik om mij heen naar de mensen die er zaten en die er liepen. Wie zijn de verslaafden? Waaraan zijn ze verslaafd? Een meneer naast mij wordt gehaald en ik hoor hem zichzelf direct verontschuldigen "Sorry, ik heb mijn opdrachten niet kunnen doen." Ik denk gelijk: o, zeker ook een vader van…of een partner van….
Hahahaha, ik krijg in ieder geval het gevoel dat ik niet de enige ben. Iedereen om mij heen wordt gehaald. Ik zit er nog als enige…..
Om bijna 10 over 11 komt een knappe jonge vrouw door de deur en kijk zoekend rond, daar ik de enige ben die er nog zit, stapt ze direct op me af. We stellen ons voor en ik loop achter haar aan naar boven. We gaan een klein spreekkamertje binnen. Direct valt mij op dat er niet zo'n doos met tissues staat. Wat nou als ik straks weer moet janken? Hum, gewoon maar niet janken, beter!!!!

Marijke legt uit hoe de procedure is. Dit is de intake, daarna moet ze de gegevens bespreken met haar collega's en wordt ik gebeld voor het maken van een afspraak of met een uitleg waarom niet.

Hoe bizar werkt het met mijn lijf…. Ik had me voorgenomen NIET te janken. Gelukkig begon ik niet gelijk bij de eerste vraag al, maar natuurlijk vragen ze naar pijn momenten en naar de dingen waar je tegenaan loopt. Wat heb je al geprobeerd? Wanneer is het blowen begonnen? 
En natuurlijk ook: hoe gaat het met jezelf? Laat je weleens dingen omdat je thuis wilt zijn voor je zoon, zie je je vriendinnen nog? Doe je zelf leuke dingen?
Hoe is het leven thuis? Hoe is de taakverdeling?

Als de antwoorden bij mij pijn doen, komen de tranen (helaas) vanzelf. En dus staat Marijke uiteindelijk op om uit een andere kamer tissues te halen.
En als ze empathie toont (daar heb ik altijd het ergste last van), stromen de tranen in volle vaart.
Ze legt uit wat de inhoud van de 6 sessies zal zijn. En laat heel subtiel blijken dat ze vindt dat ik wel heel erg veel hooi op mijn vork heb en grote last op mijn schouders. Misschien is het een optie als ik voor mezelf hulp zoek voor "erbij". Ja ik weet dat ik in mijn reserves zit van mijn kracht. Voordat mijn moeder in het ziekenhuis kwam, vorige week, sliep ik 's middags bij, lag in zware coma. Dat is niet voor niks. 
Ik zit dicht bij mijn grens. Dat voel ik. Maar binnenkort is het zomervakantie en dan zal ik zeker ook tijd voor mezelf hebben en aan dingend toekomen van mijzelf. Fotograferen. Lezen. Terrasje. Vriendinnen. Magdalena. Ernesto. Michel. Moeder. 

Tips heb ik vandaag nog niet gehad. Ik weet dat ik tot nu toe van alles geprobeerd heb. Dat het goed is dat ik geen schulden meer aflos. 

Maar verder? Ik ben mijn verhaal kwijt. Tranen minder, maar nog niet wijzer. Behalve misschien dat dit een goede stap is.

Een krachtige stap.
Nu afwachten wat de boodschap is als ze me bellen.

woensdag 25 juni 2014

CRAFT

http://www.jellinek.nl/wp-content/uploads/2013/05/Brochure-CRAFT.pdf

What else?




Ik ontvang een foto via de whatsapp:



O my god! Ik schrik me de blubbers. Het bericht is van de ex-werkgever van Ernesto. Die tevens zijn huisbaas was. En hij is boos!

Ik app Ernesto gelijk en hij zegt dat hij er al van gehoord heeft. Wat een puinhoop. Ik weet niet, waar ik echt zou moeten beginnen als ik deze financiele puinhoop op zou moeten ruimen. Ik balanceer continu op het gevoel van medelijden en het gevoel van beginnende boosheid. Het medelijden wint tot nu toe. De moet vergaat me telkens als ik actie wil ondernemen en denk aan de, inmiddels, enorme bedragen die op tafel gelegd moeten worden. Ik werk keihard, een fulltime baan (er waren tijden dat ik maar net rond kon komen met dat ene salaris wat ik heb, zonder man die ook een salaris meeneemt), en toch gaat er meer uit per maand, dan er binnenkomt.
Door het harde extra werken (in sommige weken twee avonden per week), heb ik inmiddels een heel klein spaarpotje. En ik zou mijn spaarpotje zo kwijt zijn, als ik Ernesto moet helpen. Maar, moet ik wel?
Nee, heel langzaam voel ik woede en een NEE opkomen (enerzijds) want hij doet niks!! Solliciteert niet. Werkt niet. En lijkt het niet erg te vinden dat de rekeningen inmiddels een ander overlast bezorgen!!

Wat betekent dit als Ernesto wel hier in huis zou staan ingeschreven?
Zou ik dan nu mijn spullen kwijtraken?

Pffffft moet ik hier ook nog achteraan? Kan Ernesto zich hier wel inschrijven of ben ik dan straks ook mijn spullen kwijt???

Morgen heb ik de intake van CRAFT bij de Jellinek. Wauw, spannend. Eng.
Tevens komt mijn moeder thuis uit het ziekenhuis. Gelukkig kan Magdalena haar halen, want de tijd van de intake is gelijk aan de tijd van het ophalen.

Druk druk druk. 
Te druk. Dit is ff niet leuk meer.


dinsdag 24 juni 2014

De wet van Murphy?



De wet van Murphy?!


Het zou een kleine standaard ingreep worden, de katheterisatie van mijn moeder. En als het nodig zou zijn, zouden ze dotteren. Het klonk allemaal zo simpel. Veel mensen die ik sprak wisten het ook: ja, een kleine, simpele ingreep.

Vorige week stond ik in Leiden, toen ik terug kon naar huis en naar het Ziekenhuis moest omdat mijn moeder er lag.
Ik twijfelde of ik deze dag naar Wassenaar zou gaan voor presentaties van docenten van een training. Zou ik wel of niet? Vijf mensen moesten hun presentatie voorbereiden, waren zenuwachtig. Ik besloot dat ik het maar beter door kon laten gaan. Per slot van rekening was het een standaard ingreep en zou ik 's avonds gelijk na de presentaties naar het ziekenhuis rijden.

In Wassenaar aangekomen, en in het lokaal gesetteld, ging mijn mobiel. Mijn moeder: "Het is niet goed gegaan. Mijn bloed circuleerde niet, ik lig nu op de hartbewaking." Ze vertelde het verhaal een paar keer achter elkaar en nog begreep ik het niet. Dotteren, een ballonnetje, een stent plaatsen en bloed dat niet circuleerde, medicatie, een lage bloeddruk om de vaten weer open te krijgen, pijn overal, hoofdpijn, misselijk, gevoel van flauwvallen…..
In eerste instantie begreep ik er geen jota van. Dat kwam ongetwijfeld door haar uitleg die min of meer verward klonk, door mijn schrik en door gebrek aan kennis over de ingreep en de materie.

Ik zei dat ik er zo snel mogelijk aan zou komen. Ernesto was 's middags nog geweest en ik probeerde hem te bellen om direct terug te gaan, maar hij was onbereikbaar. Magdalena lag ziek in bed en kon niet gaan……… Haar belde ik wel om haar op de hoogte te brengen en om haar Ernesto te laten bellen.
Zelf liep ik terug naar het lokaal en de dames vroegen hoe het met mijn moeder was. Ze reageerden zo lief…. dat ik mijn tranen ook maar liet rollen…. Zij vonden dat ik naar het ziekenhuis moest… Ik voelde me enorm bezwaard. Dat moet het nog een keer, iedereen weer terugkomen….. Maar zij stuurden me weg.

Oke, dan stap je in de auto en wil je de snelste weg van Wassenaar naar het ziekenhuis. Dat is nog best wel heel erg spannend als heel Nederland om 18:00 uur voor d etuis wil zitten om tv te kijken naar het Nederlands elftal…. Tsjonge wat was het bizar druk! 
Toen ik uiteindelijk in de buurt van huis kwam, was er een grote afzetten. Het was OF heel veel om, OF een ruk aan het stuur en keren… Ik besliste voor het laatste, niet beseffend dat ik een pilon in mijn haast meenam. Ik hoorde echter een vreselijk lawaai en werd door andere automobilisten geattendeerd op de pilon die onder mijn auto geklemd zat.
Help, hoe krijg ik dat ding los?
Voordeel van een vrouw in een cabrio: gelijk een man die je te hulp schiet en de pilon los maakt!

Volle vaart weer verder.

In het ziekenhuis aangekomen besef je, elke keer weer, wat voor ellende het daar kan zijn. Het zijn de meest luxueuze kamers, maar thuis word je niet geconfronteerd met ziek zijn en het besef dat het leven ineens voorbij kan zijn. Ik zag mijn fiets buiten staan, dat betekende dat Ernesto er al was. Fijn.

De hartbewaking oplopende vroeg ik me af, hoe ik mijn moeder aan zou treffen. Daar lag ze, in bed, een steeds ouder wordend dametje….met rimpels in haar gezicht. 76 jaar. Ze praatte. Ze wilde de wedstrijd ook zien. Ze wilde terug naar de afdeling cardiologie. Ze vond het schandalig dat de verpleger [wat een lekker ding!] had gezegd dat haar kamer boven al bezet was. "Hoe durven ze!"
Wel vijf keer vertelde mijn moeder haar verhaal. Een paar jaar geleden lag ze ook zo in het ziekenhuis, maar toen aan de morfine, ijlend. Ik kreeg weer even dat gevoel van toen, maar nu lag ze niet aan de morfine en was ze ook niet overreden door een vrachtwagen.
De verpleger kwam het verhaal uitleggen. Een vette complicatie. Als het nu goed zou blijven gaan en de bloedwaardes zouden dalen, zou ze morgen weer terug mogen naar boven.

De voetbal ging aan. En daar zaten we dan met ons goede gedrag. Ernesto zei zijn afspraken af en bleef. We keken de wedstrijd van Nederland. Mijn moeder moest wel 3x plassen…..op de po.

"Mam, stel dat je een keer doodgaat, dan moeten we afspreken, dat als ik hardop iets tegen je zeg, dat je antwoordt met het laten knipperen van het licht, oké?" 
Deze vraag heb ik nog niet gesteld, maar heb ik al een tijdje in mijn broekzak zitten. Nu leest mijn moeder als enige dagelijks mijn blog, dus Mam, bij deze is de vraag gesteld!

Tijdens de helft kwam er nog een vriendin van mijn moeder binnen. Ook zij ging met ons mee de wedstrijd kijken. Nederland won, top!!!

Een bijzondere avond. Ernesto, zijn kleding stinkend naar de wiet, de hele tijd bij ons in het ziekenhuis, kijken naar de wedstrijd. Daarna samen met zoonlief even naar de MC gereden en samen wat gegeten. Geen zwaar gesprek.
Ik was blij dit ook met hem te kunnen delen. Hij zegt niks, maar is er nu wel even voor zijn oma. 
Was het genieten in het ziekenhuis? Ik heb de dag als pijnlijk heftig ervaren. De schrik. Het onbekende. De hartbewaking. Serieuze verplegers. Haast. Stress. Mijn moeder klein, verward, geschrokken.
Doodmoe stap ik uiteindelijk thuis binnen. Ernesto is naar vrienden gegaan om voetbal te kijken. Voor Magdalena heb ik eten meegenomen. Zij is ook nieuwsgierig en wil van alles weten. Ik ga naast haar zitten op de bank en geef haar ook de aandacht die ze nodig heeft. We gaan na haar eten beiden op de bank liggen. Ik voel haar voeten langzaam richting mijn handen schuiven. Voor ze het vraagt, weet ik al wat ze wil zeggen: "Wil je mijn voeten masseren?"

zondag 22 juni 2014

Wat een zalige muziek!!!!!!!!!!!!

https://www.youtube.com/watch?v=v4k6JgC7UVA


Wat een waanzinnig lekker nummer!!!!!!!!!!!!!!!!!

Ernesto hoort het nummer en kent 't ook..... Spreekt het ook nog eens op zijn Portugees uit...en wederom hoor ik hem zingen onder de douche!! 
Nu Magdalena nog, die snik verkouden is. Oren dicht, stromende snot uit haar neus...zij zal vandaag niet zingen onder de douche....
Zielig! 

Wat maakt het zo moeilijk?

Wat maakt het zo moeilijk om afstand te nemen van je kind? Om los te laten? 

Ik denk erover na als ik van locatie x naar locatie y fiets voor mijn werk. Het is eigenlijk niet zo moeilijk. Na lang wikken en wegen, of soms iets sneller dan gewenst, zet je een kind op de wereld, gelukkig meestal samen met je geliefde. Het kind groeit in je. Het is een deel van jezelf. Dan zet je het kind op de wereld en je zorgt er jaren goed voor. In het begin is het kind compleet afhankelijk van je. Toen mensen vroeger zeiden 'kleine kinderen, kleine zorgen en grote kinderen, grote zorgen', dacht ik bij mezelf "pfffffft", hoe kan het nou moeilijker zijn dan nu? Ze zijn zo ontzettend afhankelijk. 
Maar, inmiddels ouder en wijzer en kan ik niet anders dan toegeven dat het zo is: grote kinderen, heel grote zorgen.
Ik dwaal af. 
Je zorgt voor ze. Het hoort zo. Het is instinctief. 
Daarbij je eigen illusie, je hoop, je verwachting. En ik denk dat dat een heel taai punt is. Je bent verliefd, je houdt van je partner, je ziet samen een geweldige toekomst voor je. Je kiest samen voor 'huisje, boompje, beestje'. Je houdt van je kind(eren) en wil een goede toekomst voor hem/haar/hen. Je kind moet het nog beter krijgen en hebben dan je het zelf gehad hebt. Je ziet potentie in je kind. Je krijgt verwachtingen...en daar gaat het fout. Je zet een kind niet op de wereld zodat jij kunt bepalen welke keuzes je kind maakt. Nee, eigenlijk 'leen' je je kind een tijd om mee te 'moederen', en op een dag, een gegeven moment, maakt je kind zelf keuzes. Hoe goed of hoe slecht die keuzes ook zijn. Je wilt je kind beschermen, behoeden van het maken van die fouten. Het werkt niet. Iedereen moet eerst fouten maken voordat je uberhaupt leert.
Kon je maar als ouders pijn wegnemen bij je kind, of het zo uitstippelen dat je kind niet gekwetst zal worden. Het kan niet.

Maar bovenal: kinderen maken hun eigen beslissingen. Ze worden beinvloed. Maar deels door ons als ouders. De peergroup, alle jongeren er omheen, zijn van zeer grote invloed. 
Ik, alleenstaande moeder, kan hier echt niet tegenop.

Ja, ook ik had idealen en verwachtingen van mijn kinderen. Ernesto heeft ongelooflijk pientere hersenen. Hij kan echt zo de politiek in. Hij kan volgens mij, trouwens echt alles wat hij zou willen..... 
Maar inmiddels zou ik al ongelooflijk blij zijn als hij 100% zichzelf zou kunnen en durven zijn, zonder afhankelijkheid van drus. Drugs die komen uit een illegale wereld waar vooral maar 1 doel is, geld. 
Er is zo ontzettend veel ellende op deze wereld door die drugs. Maar, het brengt geld in het laatje, een hoop geld, en dan doet het er niet toe...... Ik durf geen schatting te maken, want zo goed ben ik niet met cijfers....miljoenen mensen die te kampen hebben met drugsverslaving? Smokkel en gevangenis?

Mijn verwachtingen heb ik laten varen. Als hij maar stabiel is, onafhankelijk van drugs. Zichzelf in de spiegel kan aankijken en tevreden is met zichzelf. Het is een waanzinnige mooie man om te zien. Hij is ook nog eens mooi innerlijk. Hij heeft wat linkse (rare?) denkbeelden over de maatschappij. Maar ja, hij is dan ook wel de zoon van een Tupa (Tupamaros, beweging in Uruguay ten tijden van de dictatuur).

Een moeder zorgt voo rhaar zoon. Dat is ons oerinstinct. 
Een moeder heeft haar eigen illusie en verwachting over de ontwikkeling en het geluk van haar kinderen.

Dit maakt het zo waanzinnig moeilijk om "te laten", of wel 'los te laten'. 

Deze week een heel druk programma: dinsdagavond de Jellinek: waarom is de een verslavingsgevoelig en een ander niet? En donderdag de intake. En verder gewoon een heel grote berg werk! Geen tijd voor vriendinnen. Tijd maken voor dochterlief en mijn moeder die nog steeds in het ziekenhuis ligt en maandag een katheterisatie ondergaat. 

Het is mooi weer. Maar gister en vandaag schep ik orde in mijn eigen huis. Hoe bizar hoe opruimen een effect heeft op je geest. Je ruimt echt letterlijk en figuurlijk op. Mijn woonkamer is weer zalig schoon. 
In de rest van het huis vecht ik een beetje tegen de bierkaai. Maar het lukt aardig, dit weekend!

Ja voelt goed!
Orde! 
De opgeruimde woonkamer en mijn werkplek verstopt achter de kast.....